INDEX Grafisch

Jacob Damsté
Persoon:
GeslachtMan
Familienaam Damsté
Voornamen Jacob
Geboren zo 9 jul 1865 te Grootegast aangifte: aktenr 75;
Overleden za 22 aug 1942 te Apeldoorn 77jr aangifte: aktenr 626;
Begraven op 25-08-1942 te Apeldoorn Heidenhof
Beroep arts;
Adres Apeldoorn
Assen
Grootegast
Nijkerk
Vader: Damsté, Eduard Rienk,1830-1892(X1856,3k)(X1861,3k)
Moeder: Braak, Egberdina Johanna,1837-1903(X1861,3k)
Gezin:
1. Damsté, Antje Jeanette,1864-1923
2. Damsté, Jacob,1865-1942(X1900,1k)(X1902,3k)
3. Damsté, Trijntje Egberdina Johanna,1867-1947
4. Damsté, LL-1858
5. Damsté, Jan,1857-1857
6. Damsté, Afina Helena,1859-1932(X1880)
Relatie:Hoogeveen, Berta,1880-1901(X1900,1k)
Burg.huwelijk vr 4 mei 1900 te  Nijkerk
34 jr bron: aktenr 23;
Kinderen:
1. Damsté, Egberdina Johanna,1901-1902
Relatie:Amerongen, Wilhelmina van,1879-1954(X1902,3k)
Burg.huwelijk do 9 okt 1902 te  Amsterdam
37 jr bron: reg 36 blad 25v, aktenr 3386;
Kinderen:
1. Damsté, Eduard Rienk,1903-1991(X1930,3k)
Siegers, Geertje Pieternella,1905-1993(X1930,3k)
2. Damsté, Jacob,1905-1942
3. Damsté, Egbert Johan,1906-1971(X1944)
Splunter, Helena Cornelia van,1910-1944(X1944)
Kinderen:
Burg.huwelijk-notitie: do 9 okt 1902
Weduwnaar van Berta Hoogeveen
Begraven-notitie: 77jr, geboren te Grootegast, wonende en overleden te Apeldoorn, gehuwd met Wilhelmina van Amerongen.
advertentie:
1942 : Hedenoverleed onze Man, Vader, Behuwd- en Grootvader
Dr. Jacob Damsté,
in leven medisch arts, ten ouderdom van 77 jaar.
Apeldoorn, 22 Aug. -1942. Zwolscheweg 45.
W. DAMSTé-van Amerongen.
Stavenisse: Ds E. R. DAMSTé, G. DAMSTé-Siegers en Kleinkind.
Utrecht: J. DAMSTé.
Apeldoorn: E. J. DAMSTé.
Liever geen bezoek. De teraardebestelling plaats hebben op Dinsdag a.s. ten 1: 30 u. vanaf het sterfhuis op de begraafplaats ..Heidehof" bron: Nieuwe Apeldoornsche Courant van 24-8-1942

bericht:
van 1910 tot 1951: Koninginnelaan 45 Apeldoorn
Bouwjaar: 1883
Architect/aannemer: H. Mouw
Status: Gemeentelijk monument
De timmerman Hendrikus Mouw kocht in 1881 van W.J.H. de Heus een stuk grond aan de Koninginnelaan (toen de Zwolscheweg). In 1883 bouwde hij daarop 4 bijna identieke huizen. Hij verhuurde de huizen en in 1910 verkocht hij voor 5350 gulden nummer 45 aan dokter Damsté en dat huis bleef tot in de vijftiger jaren in handen van de familie Damsté.
In 1931 is het huis nog gesplitst en is er een dubbel huis van gemaakt. bron: website parkenbuurt.nl

1921 : APELDOORN, 4 Maart. In de vorige raadszitting heeft de heer J. H. Plet (V.-D.) de soci-dem. raadsfractie beschuldigd, dat zij aan sollicitanten naar gemeentebetrekkingen vragen over hun politieke richting stelt. Gesommeerd deze beschuldiging waar te maken, las de heer Flet in de raadszitting van .gisteren een schrijven voor, hem reeds 23 Oct. 1919 gezonden door dr. J. Damsté, waarin werd medegedeeld, dat hij solliciteerende naar de betrekking van schoolarts, door de S. D. A. P.-fractie ’was gevraagd naar zijn meening over kindervoeding en -kleeding. waarin de beer Plet een scherp onderzoek naar iemands politieke richting, zag. De wethouder K. van Trigt deelce daarop mede, dat dr. Damsté uit eigener beweging had gezegd, steeds op de candidaten der S. D. A P te stemmen, waarop spr. had geantwoord, dat de fractie dit niet weten wilde, en dat bij haar al vast stond dr, Damsté niet te stemmen. Welke politieke richting mej. Fera van Vliet is toegedaan, op wie de ’S. D. A. P. wel stemde, weet de beer Van Trigt heden ten dage nog niet. Wel bleek het later den heer Van Trigt, dat dr. Damsté aan den V.-D. wethouder J. Esmeijer had medegedeeld, steeds op Vrijz.-Dem.-candidaten, en aan den Chr. Hist. wethouder W. Mensink had gezegd, steeds op Chr.-Hist. candidaten te stemmen. Wanneer de getuige, dien de heer Plet opriep van die kracht was, bleek wek welke waarde zijn getuigenis had. De wethouder J. Esmeijer bevestigde de woorden van den heer Van Trigt, en deelde nog mede den heer Plet te hebben gewaarschuwd zich niet op de getuigenis van dr. Damsté te beroepen, daar dit alleen kon uitwerken, „dat diens naam door de. modder wefd gehaald." Het raadslid J. Geusendorffer, voegde er nog aan toe. dat dr. Damsté hem een belooning had toegezegd, als deze door zijn medewerking werd benoemd. De heer Plet verklaarde zich niet bereid iets van zijn woorden te herroepen, waarop de heer Van Trigt constateerde hem niet meer als eerlijk tegenstander te kunnen ontmoeten nu hij bij zijn laster opzetteliik bleef volharden. bron: De Tijd van 7-3-1921

Gegenereerd met Aldfaer-versie 10.1 op 20-04-2022 19:51:07 door C. M. Fortuin