|
| |||||||||||||||||||||
|
|
Kinderen: |
|
1845 : Pietje Lieuwes Hemstra, overleden 10/2/1845, weduwe van Sake Jurjens, overleden 20 september 1802 , wonende te Kubaard. Door het overlijden (zie ’vorige’ memorie 2044/276) vervalt het d.d. 6/10/1797 reciprook ingesteld vruchtgebruik aan zijn bloedverwanten; geen kinderen; broer van wijlen Feike (vader van: zie ad a), wijlen Tjitte (vader van: zie ad b) en wijlen Lieuwe Jurjens Mollema (vader van: zie ad c) en van Geertje Jurjens (moeder van: zie ad d) (4 staken elk 1/4). Saldo fl. 941,86. - ad a (6 staken elk 1/24 samen 1/4). - ad b (Tjitte Jurjens Mollema, vader van): Imkje (vrouw van Hendrik Idses Wiersma, arbeider Deinum), Jurjen, idem aldaar, wijlen Wynsen (vader van Dirk, arbeider Kollum, Sytske, vrouw van Sjoerd Sjoerds Douma, idem te Wyns, Jan, arbeider te Beers, Sierd, idem osterwierum, Dirkje, vrouw van Wybe Meinderts Wybenga, idem Jorwerd, Tetje, dienstmeid Bayum, Lijsbeth, idem Blessum en wijlen Tjitte Wynsens Dijkstra, man van Aaltje Franses Haren, arbeidster Huizum en vader van minderjarige Wynsen, Tietje, Geertje en Frans Tjittes Dijkstra), wijlen Lijsbeth (moeder van Tjitte Aukes van Grouw, tuinier Amsterdam - in eedaflegging ’Tiete’ en ’warmoessier, wonende aan de Drie Baarsjes’ aldaar - en wijlen Imkje Aukes, vrouw van Schelte Jans de Boer, pottenbakkersknecht Workum en moeder van een na zijn moeder overleden kind, waarvan vader Schelte enige erfgenaam is), wijlen Sytske (moeder van Tjitte Kornelis Haitsma, tuinman Marssum) en wijlen Klaaske Tjittes Mollema (moeder van Tjitte, schipper Engelum, Klaas, idem Blessum en wijlen Dirkje Yeps de Jong, moeder van Berber, vrouw van Jan Johannes Terpstra, molenaarsknecht Lekkum en Sjerp Engels Blok, boerenknecht Leeuwarden) (6 staken elk 1/24 samen 1/4). - ad c (2 staken elk 1/8 samen 1/4). - ad d (6 staken elk 1/24 samen 1/4). Er behoorde geen onroerend goed tot de nalatenschap bron: Kantoor Bolsward, overl. jaar 1802/1845 |
Gegenereerd met Aldfaer-versie 10.1 op 20-04-2022 19:53:09 door C. M. Fortuin